Geschiedenis van de Orde
De Heilige Militaire Constantijnse Orde van Sint Joris is een van de oudste nog bestaande ridderlijke orden. Traditioneel wordt de Orde zelfs als de oudste beschouwd.
Volgens de legende is de Orde in het jaar 312 ingesteld door de Romeinse keizer Constantijn de Grote, na de slag bij de Milvische brug waarin hij de overwinning behaalde op zijn rivaal Maxentius. Aan de vooravond van die veldslag zag hij een visioen van het kruis van Christus met de woorden ‘In Hoc Signo Vinces’ (‘In dit teken zult u overwinnen’). De letters I, H, S en V staan op het Ordekruis.



De gedocumenteerde historie voert terug naar het 15e eeuwse Byzantijnse Rijk. Na de verovering van Constantinopel door de Ottomanen in 1453 vluchtten veel Byzantijnse edelen naar Italië. Onder hen bevonden zich ook leden van de familie Angelus Flavius Comnenus, die hun afstamming terugvoerden op de Byzantijnse keizerlijke dynastieën Angelos en Comnenos.
Deze Angeli Comneni introduceerden de Orde in zijn huidige vorm en bleven daaraan tot 1698 verbonden als grootmeesters. Zij voerden in hun wapen de gouden adelaar op het rode veld van de Byzantijnse keizers, mét de Orde-keten.



Eerder al, in 1551, had paus Julius III in zijn bul Quos Alias de Angeli Comneni erkend als wettig nageslacht van de Angelos- en Comnenos-keizers. Latere pausen, zoals Sixtus V in zijn bul Cum A Sicut Accepimus uit 1585, verleenden kerkelijke privileges aan de ridders van de Constantijnse Orde.
De Orde ontwikkelde zich in een onrustige en gespannen geopolitieke context. In 1565 wisten de Maltezer ridders hun eiland na een bloedig beleg van vier maanden te behoeden voor een Ottomaanse bezetting. In 1571 slaagde de Heilige Liga erin om de vloot van de Sultan bij Lepanto te vernietigen.
De populariteit van de Orde in de tweede helft van de 16e eeuw weerspiegelde de hoop om het oprukkende Ottomaanse Rijk te beteugelen en het oostelijke Middellandse Zeegebied te heroveren voor het Christendom.
De Orde trok dan ook vooraanstaande leden aan, waaronder twee doges van de handelsrepubliek Venetië: Alvise Mocenigo en zijn opvolger Sebastiano Venier, de vlootaanvoerder in de zeeslag van Lepanto.
In 1595 erkende koning Filips II van Spanje als eerste wereldlijk vorst de keizerlijke aanspraken van de Angeli Comneni grootmeesters. Keizer Ferdinand II van het Heilige Roomse Rijk erkende op zijn beurt in 1630 de Orde en de claims van zijn grootmeesters; een erkenning die in 1671 bevestigd werd door keizer Leopold I. In hetzelfde jaar verleende de republiek Venetië haar formele bescherming aan de Orde. Koning Jan III Sobieski van Polen deed dat in 1684, nadat de Orde zich een jaar eerder had onderscheiden tijdens het beleg van Wenen.
In 1698 droeg de laatste mannelijke nazaat van de familie Angelus Flavius Comnenus het erfelijk grootmeesterschap van de Orde over aan Francesco Farnese, hertog van Parma. In 1699 bevestigden zowel keizer Leopold I als paus Innocentius XII deze overdracht én het religieuze karakter van de Orde. Sindsdien geldt het grootmeesterschap als kerkelijk ambt, formeel verbonden aan de oudste zoon van het geslacht Farnese.




In 1717 nam de Orde deel aan een succesvolle campagne tegen de Ottomanen in Dalmatië onder aanvoering van prins Eugenius van Savoye. Het Constantijnse regiment van 2.000 man onderscheidde zich tijdens de slag bij Belgrado.
Uit erkentelijkheid voor deze inzet ontving de Orde in 1718 van paus Clemens XI met diens bul Militantis Ecclesiae de predikaten ‘heilig’ en ‘militair’.








Na de dood van de kinderloze laatste hertog, Antonio Farnese, werden zowel het hertogdom Parma als het grootmeesterschap van de Orde geclaimd door Carlos III van Spanje, de zoon van Antonio's nicht Elisabetta Farnese, die gehuwd was met koning Philips V van Spanje.
Carlos was een telg uit het geslacht Bourbon. In 1734 werd hij koning van Napels en Sicilië (de ‘beide Siciliën’) maar hij moest het hertogdom Parma in 1736 alweer afstaan aan Oostenrijk. Hij behield echter het grootmeesterschap van de Constantijnse Orde.
Sindsdien is het grootmeesterschap verbonden aan het koninklijk huis Bourbon der Beide Siciliën als erfgenaam van het geslacht Farnese.
Toen Carlos III in 1759 zelf de Spaanse troon besteeg, droeg hij het koninkrijk der Beide Siciliën over aan zijn zoon Ferdinand. Die werd als Ferdinand I opgevolgd door achtereenvolgens Francesco I, Ferdinand II en Francesco II, totdat het koninkrijk in 1861 werd opgenomen in het geünificeerde Italië.
De Italiaanse eenwording ontnam de Orde haar rijke bezittingen, maar haar autonome geschiedenis en spirituele waarden waarborgden een ononderbroken voortbestaan tot op de dag van vandaag.
Sinds 2008 wordt de functie van grootmeester vervuld door prins Carlo, hertog van Castro en hoofd van het koninklijk huis Bourbon der Beide Siciliën.
De geschiedenis van de Orde is, vanuit het perspectief van de Spaanse tak, uitvoerig beschreven door de Britse historicus Guy Stair Sainty in zijn werk The Constantinian Order of Saint George (2018).
Andere historische bronnen zijn onder meer:
Sansovino, Francesco: Statuti e Capituli della Militia Aureata Angelica Costantiniana di S. Giorgio, Venetië 1573
Guarini, Andrea: Origine e Fondatione di Tutte le Religioni e Militie di Cavallieri, Venetië 1614 (pag. 5 e.v.)
Davity, Pierre: Liste et Origine de Tous les Ordres de Chevaleries, Parijs 1615 (Turijn 1876) (pag. 7 e.v.)
Mennens, Frans: Militarium Ordinum Origines, Keulen 1623 (pag. 15 e.v.)
Selden, John: Titles of Honor, London 1631 (pag. 805 e.v.)
Marquez, Joseph: Tesoro Militar de Cavalleria, Madrid 1642 (pag. 1. ev.)
Mendo, Andrea: De Ordinibus Militaribus, Lyon 1668 (pag 4 e.v.)
Privileggia Imperialia Confirmationes Apostolicae, Venetië 1671
Giustiniani, Bernardo: Historie Cronologiche della Vera Origine di Tutti gl’Ordini Equestri, Venetië 1672 (pag. 9 e.v.)
Ashmole, Elias: The History of the Most Noble Order of the Garter, Londen 1672 (1715) (pag. 30 e.v.)
Giustiniani, Bernardo: Compendio Historico dell’Origine, Fondazione e Stato […] dell’Ordine Equestre […] di San Giorgio, Venice 1680
Menestrier, François: De la Chevalerie Ancienne et Moderne, Parijs 1683 (pag. 354 e.v.)
Gryphius, Christian: Kurzer Entwurff der Geist- und Weltlichen Ritter-Orden, Breslau 1697 (pag. 6 e.v.)
Hermant, Jean: Histoire des Religions ou Ordres Militaires de l’Eglise, Rouen 1698 (pag. 215 e.v.)
Statuti del Sacro Imperial Ordine Cavalleresco Costantiniana, Parma 1705 (Napels 1785)
Bonanni, Filippo: Catalogo degli Ordini Equestri, Rome 1711 (nr. 24)
Hélyot, Hippolyte: Histoire des Ordres Monastiques, Religieux et Militaires Vol. 2, Parijs 1715 (pag. 249 e.v.)
Clemens XI, Bulla Militantis Ecclesiae, Rome 1718
Sainte-Marie, Honoré de, Dissertations Historiques et Critiques sur la Chevalerie, Parijs 1718 (pag. 58 e.v.)
Musenga, Filippo: La Vita di Costantino il Grande, Napels 1769-1770
Clark, Hugh: A Concise History of Knighthood, London 1784 (pag. 201 e.v.)
Hanson, Levett: An Accurate Historical Account of All the Orders of Knighthood, Londen 1802 (pag. 101 e.v.)
Gottschalck, Friedrich: Almanach der Ritter-Orden, Leipzig 1818 (Vol. 2. pag. 167 e.v.)
Perrot, Aristide: Collection Historique des Ordres de Chevalerie, Paris 1820 (pag. 137 e.v.)
Rito e Forma […] del Real Ordine Costantiniano, Napels 1826
Schizzi, Folchino: Sulla Milizia Costantiniana, Milaan 1828
Ruo, Raffaele: Saggio Storico degli Ordini Cavallereschi, Napels 1832 (pag. 27 e.v.)
Carlisle, Nicholas: A Concise Account of the Several Foreign Orders of Knighthood, Londen 1839 (pag. 213 e.v., pag. 377 e.v.)
Wahlen, Auguste: Ordres de Chevalerie et Marques d’Honneur, Brussel 1844 (pag. 59 e.v.)
Delle Cerimonie Pubbliche […] nel Regno delle Due Sicilie, Napels 1854 (pag 149 e.v.)
Radente, Antonio: Bolla di Clemente XI Militantis Ecclesiae e suo commento, Napels 1858
Castrone, Giuseppe: Delle Speciali Caratteristiche dell’Ordine Costantiniano, Napoli 1877
Seward, Desmond: Italy’s Knights of St. George, Gerrards Cross 1986
Bander van Duren, Peter: Orders of Knighthood and of Merit, Gerrards Cross 1995 (pag. 294 e.v.)
Hoegen Dijkhoff, Hans: The legitimacy of Orders of St. John: a historical and legal analysis and case study of a para-religious phenomenon, Leiden 2006
Spada, Antonio: The Orders of Chivalry of the Royal House of Bourbon Two Sicilies, San Zeno Naviglio 2019














